Constructie met I-balken, André Volten, 1968
Oostoever/Bonnefantenstraat
Het rechthoekige en rechtlijnige om niet uit de band te springen
In 1902 verscheen het boek Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden, geordend en samengesteld door Frederik August Stoett. Alle spreekwoorden die hij kon vinden bundelde hij met een oplopend nummer. Bij 155 staat: ‘Uit den band springen’. Dit refereert naar een ton, waarbij de ijzeren ringen die eromheen zitten, ook wel banden genoemd, losspringen.
Deze uitdrukking komt langs tijdens een interview in Ons Erfdeel met de constructivistische beeldhouwer André Volten. Wanneer hem gevraagd wordt naar zijn werkwijze komt zijn emotionele en intuïtieve benadering van het materiaal ter sprake. Op de vraag waarom hij beeldhouwkunst op een mathematische manier aanpakt antwoordt hij: ‘Ik heb het rechthoekige en rechtlijnige nodig om niet uit de band te springen.’
Het maakproces creëert zo een evenwicht met de maker. Maar ook binnen het werk zelf is de balans tussen de elementen een belangrijk thema. De driedelige ijzerconstructie Constructie met I-balken stond jarenlang op het Museumplein naast het Stedelijk Museum. Omdat het werk moest worden verplaatst heeft de gemeente samen met de kunstenaar deze plek uitgekozen.
Het werk wordt gezien als een van de kroonstukken van de constructivistische beeldhouwkunst in Nederland. Daarom stelde het Amsterdams Fonds voor de Kunst eind vorige eeuw aan Volten voor het werk op een prijzig marmeren voetstuk te plaatsen. Er bleek een prijskaartje aan te hangen van 70.000 gulden. Volten zelf vond dat een ‘zinloze verspilling’, wat illustreert dat hij ook hier niet uit de band springt. Wat Volten eveneens siert: zijn tegenvoorstel was om Groot landschap van zijn collega Wessel Couzijn op te knappen, gelegen aan de overkant van de Sloterplas.
Meer informatie
Boyens, José (2001) ‘André Volten en de muziek van de ruimte’. In: Ons Erfdeel, jaargang 44 nummer 5, Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer, pp 740-748.