De Poort van Constant, Constant Nieuwenhuys, 1964
Troelstralaan / Herman Bonpad
1948 was een druk jaar voor Constant Nieuwenhuys. Niet alleen richtte hij toen met zijn geestverwanten de Cobragroep op, ook stond hij aan de wieg van de Experimentele Groep in Holland. Kunstenaars zoals Karel Appel en Corneille waren lid van het eerste uur en later sloten ook de dichters Gerrit Kouwenaar, Jan Elburg en Lucebert zich aan. Een belangrijke uiting van de Experimentele Groep in Holland was het tijdschrift Reflex. Constant ontpopte zich als de theoreticus van het collectief en schreef voor de eerste editie van het tijdschrift het toonaangevende artikel Manifest, waarin hij stelt dat kunst moet gaan over spontaniteit en wilde expressie. Hij zag een nieuwe vrije maatschappij voor zich waarin moderne kunst een cruciale rol speelt. De befaamde zin die dat idee in een poëtische context plaatst, luidt: ‘Een schilderij is niet een bouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens, of dat alles tezamen.’
Constants werken zijn amper te zien in de publieke ruimte. Zou zijn eigen theorie hem daarvan hebben weerhouden? Een groot deel van zijn leven besteedde hij aan het creëren van zijn toekomstvisioen, New Babylon. Met schetsen en maquettes creëerde hij een wereld met zo min mogelijk beperkingen. Hoewel Constants werk nauwelijks aanwezig is in de publieke ruimte, is zijn gedachtegoed dat wel. De beroemde architect Rem Koolhaas verklaarde zich schatplichtig aan Constants ideeën en ook het ontwerp van een moloch als Hoog Catharijne had er anders uitgezien zonder New Babylon.
De Poort van Constant (oorspronkelijke titel: Plastisch Teken) is een werk op een behapbare schaal. De geknikte pijlers lijken te twijfelen, alsof ze geen richting kunnen kiezen. Hoewel beton als materiaal zich moeilijk leent voor een zoekende, speelse en vrije aanpak, is dat precies wat Constant hier voor elkaar heeft gekregen.
Meer informatie
Beeren, W.A.L. (1979) New Babylon: speelmodel voor een nieuwe maatschappij. In: Actie, werkelijkheid en fictie in de kunst van de jaren ’60 in Nederland. Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam, 167-175.