Spanje Monument , Eddy Roos, 1986
Plein Spanje 36-39
Het gemeentelijk beleid van de jaren ‘20 en ‘30 om zo veel mogelijk arbeiders en werklozen in Amsterdam-Noord te huisvesten, had als onbedoeld neveneffect dat het stadsdeel ideologisch sterk rood kleurde. Dat laat zijn sporen na in de beelden die in Amsterdam-Noord zijn te vinden.
Toen Spanje in 1931, na de val van de monarchie, werd uitgeroepen tot republiek, ontaardde dit in een bloedige zes jaar voortslepende strijd met verwoeste kerken, politieke moorden en honderden gewonden als gevolg. Dit bleek slechts de aanloop tot de drie jaar durende burgeroorlog. Vanuit de Straat van Gibraltar begon in 1936 de opmars onder leiding van generaal Franco, aanvoerder van het rechts-georiënteerde nationalistische front, waaronder het Spaans-Afrikaanse leger, de monarchisten en de falangisten, die door Portugal, Mussolini’s Italië en het Duitsland van Hitler werden gesteund. Een groot deel van de Spaanse arbeiders sloot zich aan bij het linksgeoriënteerde republikeinse front, waar ook de socialisten, communisten, liberalen, separatisten en anarchistische groepen toe behoorden. Zij werden door de Sovjet-Unie, Mexico en Frankrijk gesteund.
Verschillende westerse regeringen kozen geen partij, maar voor veel mensen betekende deze burgeroorlog een strijd waarin democratie en vrijheid tegenover fascisme en onderdrukking stonden. Vooral omdat Hitler in 1933 aan de macht was gekomen in Duitsland, meldden veel vrijwilligers uit verschillende landen zich aan om het republikeinse kamp bij te staan. De organisatie van deze internationale brigades lag in handen van de Sovjet-Unie. De vrijwilligers waren dan ook veelal mensen met socialistische of communistische sympathieën.
Rond de zevenhonderd Nederlanders trokken naar Spanje om samen met de republikeinse Internationale Brigades het fascisme te bestrijden. Enkele deelnemers sloten zich aan bij de nationalistische internationale brigade. Ook werd er vanuit Nederland humanitaire hulp georganiseerd door geld in te zamelen voor hulpgoederen. Daarnaast ging een aantal artsen en verpleegkundigen naar Spanje om hulp te verlenen. Zo’n driehonderd strijders uit Nederland overleefden de oorlog. Tegenwoordig wordt elk jaar in april een herdenking gehouden bij dit monument, waarbij een wethouder de namen noemt van enkele strijders.
Na de Tweede Wereldoorlog gaf de overheid slechts mondjesmaat de overlevende Spanjestrijders het Nederlanderschap terug, dat ze ontnomen was omdat ze in vreemde krijgsdienst getreden waren. Voor sommigen gebeurde dit pas halverwege de jaren ‘70, of nog later. Cor Verweij, zoon van Spanjestrijder Arie Verweij, verwoordt het als volgt: ‘Als je nu het woord terrorist laat vallen, is alles geoorloofd. Als je toen het woord communist liet vallen, was alles geoorloofd.’
Het beeld dat je hier ziet is in 1986 gemaakt door kunstenaar Eddy Roos. De twee figuren symboliseren het Spaanse en het Nederlandse volk, in vrede met elkaar. Het idee van Roos was om een beleving van vrijheid te bieden. Doordat je blik door de spiraalvorm omhoog wordt geleid, zou je lichamelijk een gevoel van vrijheid ervaren. De spiraalvorm verwijst naar het beroemde ontwerp uit 1920 van de Russische kunstenaar Vladimir Tatlin voor een futuristisch hoofdkwartier voor de Derde Internationale, dat nooit is gebouwd.
[beeld van Tatlins ontwerp]
De twee figuren die vreedzame volkeren symboliseren staan echter in een geheel andere beeldtraditie, en hebben meer weg van het classicisme zoals dat overal in Europa al eeuwenlang openbare gebouwen en monumenten siert, en waar Tatlin van gegruweld zou hebben. Volgens een tekst op de website van Roos hadden de ‘nog steeds zeer strijdbare Spanje-gangers aanvankelijk moeite’ met zijn ontwerp. Daar is tegenwoordig niets meer van te merken. Tijdens de jaarlijkse herdenking lijken de betrokkenen allang blij dat er na al die jaren toch erkenning is voor hun geschiedenis.