Zilveren Manen, Berend Strik, 2013
Waterlandplein
Hoog vanuit een raam in een flatgebouw aan het Waterlandplein zie je buiten op de straat drie of vier zilveren maanvlinders liggen. Het zijn de stenen vlinders van kunstenaar Berend Strik, die in de bestrating verzonken zijn en de entree vormen tot de flats. De vlinders zijn niet vanuit ieder appartement te zien. Net als echte vlinders zie je er soms heel veel en dan plotseling geen enkele meer.
Strik verwijst met zijn kunstwerk naar de zilveren manen die ooit in dit moerasachtige gebied rondfladderden. De vlinders zijn uitgestorven in de jaren ’60, toen het Waterlandplein ontwikkeld werd. Toen aan het begin van 21ste eeuw werd besloten om tot herontwikkeling van het gebied over te gaan, werd Strik hier al in een vroeg stadium bij betrokken. Hij vindt het belangrijk om met zijn kunst te refereren naar de geschiedenis van een plaats. “Het kan je helpen je met zo’n plek te verbinden, juist omdat het al nieuwbouw over nieuwbouw heen is.” Strik zat met woningbouwcoöperatie Ymere, architectenbureaus Architecten.Cie, Hans van Heeswijk architecten, Atelier Pro en Stadsdeel Noord aan tafel. Er was dus een heel krachtenveld waar hij tussen moest schipperen als kunstenaar.
Als locatie voor zijn kunstwerk kreeg hij in eerste instantie de entreehallen van de flats toegewezen. Hij had toen al snel het idee om iets met de zilveren maanvlinder te doen: “Wat er mooi is aan de vlinder, is dat hij zich ophoudt in gebieden waar je bescherming hebt, maar waar je ook makkelijk weer weg kan. Ik vond dat wel mooi, want een entree heeft dat ook. Je komt daar binnen voor bescherming, maar het is ook een plek waar je weer makkelijk weg kan.” Toen bleken de architecten de entreehal echter al ontworpen te hebben en daarbij geen ruimte voor Striks werk te hebben overgehouden. Zo werd Striks kunstwerk naar buiten verschoven en kwam het uiteindelijk op straat voor de entrees van de flatgebouwen te liggen. Maar voor het zover was, werd Striks vlinder een jaar uitgetest op het midden van een pleintje naast de flatgebouwen. Mensen gingen op de grond op de vlinder liggen en foto’s van zichzelf maken, waardoor het leek alsof ze zelf oranje-zwarte vleugels hadden. “Ja, maar dat doe je niet als het bij de entree ligt,” merkt Strik op. Nu staan er eerder scooters en fietsen op de vlinders.
Strik geeft aan geschrokken te zijn toen hij onlangs zijn werk ging bekijken, dat onder de kauwgom en olievlekken zat. “Je ziet dat de stenen van het kunstwerk verschuiven. Ik wilde dat ze vastzaten aan de vloer van het gebouw en echt bij de entree hoorden. Maar dat kon niet, want ze moeten de stenen weg kunnen halen, zodat ze altijd bij de fundering kunnen.” Het kunstwerk voor het kleine beestje is op deze plek tweeledig: aan de ene kant wordt de uitgestorven vlinder nogmaals platgetrapt door mensen, aan de andere kant functioneert het als een deurmat die bewoners en bezoekers verwelkomt in de flatgebouwen.
Beluister ook de podcastaflevering over dit kunstwerk, en laat je meeslepen door de boeiende verhalen achter de werken van kunstroute in het oostelijk deel van Noord. In de podcast luister je naar gesprekken tussen kunsthistoricus en onderzoeker van deze route, Sietske Roorda, en schrijver Willem Sjoerd van Vliet.