De Muur, Alfred Eikeleboom, 1987
Meeuwenlaan 5711
Toen de destijds nog jonge architect Rem Koolhaas op het voormalige ADM-terrein, waar je nu staat, het plan ontwierp voor een nieuwe wijk, suggereerde hij dat kunstenaar Alfred Eikelenboom een kunstwerk voor de buurt zou maken. Dat Koolhaas koos voor Eikelenboom is niet vreemd. In de jaren ‘80, toen conceptuele kunst alomtegenwoordig was in de kunstwereld, was Eikelenboom nog steeds een voorvechter van vorm en materie. Ook had hij een achtergrond in bouwkunde, maar nog belangrijker was dat Eikelenboom groots durfde te denken over het vormgeven van een utopische maatschappij. Hij liet zich inspireren door kunstenaars als Jakov Tsjernichov, Constant Nieuwenhuijs en Donald Judd.
Deze rode muur is een onderdeel van zijn serie Utopian Models. Met deze reeks waar hij zich vanaf 1969 mee bezighield, maakte de kunstenaar op kleine schaal steden die beter waren dan in werkelijkheid mogelijk was. Toch probeerde hij met kunstwerken in de openbare ruimte deze utopieën werkelijkheid te laten worden, zo ook met deze muur. Wat we duidelijk kunnen zien is dat deze is doorboord met regelmatig geplaatste kieren en gaten. Eikelenboom zelf zag de muur als een barokke tegenreactie op de kubusvormen van het modernisme.
De buurtbewoners waren minder blij met het werk van Eikelenboom en er volgde flink wat protest. Het kunstwerk zou het uitzicht van de bewoners beperken en verpesten, waardoor het de bijnaam ‘de klaagmuur’ kreeg. Het voormalige Praktijkbureau Beeldende Kunstopdrachten dat later zou overgaan in de Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR) organiseerde spoedbijeenkomsten voor de wijk om bewoners te informeren over het kunstwerk. Eikelenboom maakte zelfs een speciale informatiefilm, waarin hij uitlegde dat de muur meer was dan een muur. De bewoners snapten er maar weinig van.
Nu zegt een muur met gaten en kieren erin iets heel anders dan een muur die volledig dicht is. Niet ‘wat hierachter te zien is, is voor jouw ogen niet bedoeld’, maar meer ‘wat, of wie, hierachter te zien is, is enkel voorbestemd aan hij of zij die aandachtig en sensitief genoeg is om het te waar te nemen’.
Ruim dertig jaar later staat het kunstwerk er nog steeds en is het inmiddels omarmd door de buurt. Muren zijn immers een ding in Amsterdam-Noord. Zo is het IJ door ‘Noorderlingen’ decennialang een Berlijnse Muur genoemd, waarmee werd bedoeld dat Amsterdam-Noord en de rest van Amsterdam te weinig verbinding en toegang hadden tot elkaar. Misschien wilde Eikelenboom met deze muur met kieren en gaten, die evenwijdig aan het IJ is geplaatst, wel nieuw leven blazen in deze sinds jaar en dag stroeve, ongelijke, en ongelukkige relatie. Maar de muur kondigt ook de nieuwe tijd aan: het is een herkenbaar signaal van het nieuwe Amsterdam-Noord.