Fietstunnel station Amsterdam CS, Irma Boom, 2015
Stationsplein
Ons startpunt is het begin van de fiets- en voetgangerstunnel bij Amsterdam Centraal. Deze Cuyperspassage vormt sinds november 2015 een directe verbinding tussen de binnenstad en de veerponten naar Amsterdam-Noord. Je ziet een wand die doorloopt van het begin van de passage tot het einde, van de vloer tot het plafond met 33.000 Delfts blauwe tegeltjes. Aan de zuidelijke kant van de tunnel is een achttiende-eeuws scheepstafereel afgebeeld.
Deze tunnel fungeert als startpunt van de route, omdat dit beeld ons iets fundamenteels vertelt en als een rode draad zal functioneren tijdens de route. Deze rode draad is echter niet zichtbaar in wat deze tegels ons tonen, maar in wat juist onzichtbaar is.
Het scheepstafreel is geïnspireerd op de schepen van de Rotterdamse kunstenaar Cornelis Bouwmeester (c. 1652-1733). Bouwmeester heeft vele schepen getekend, waaronder Rotterdamse en Amsterdamse schepen. Het specifieke tafereel dat kunstenaar Irma Boom heeft gebruikt voor deze Amsterdamse tunnel beeldt vreemd genoeg Rotterdamse schepen af in de Rotterdamse haven. Wellicht in een poging om onenigheid tussen Ajax- en Feyenoordfans te voorkomen, heeft Boom het Rotterdamse wapen op het voorste schip vervangen door het Amsterdamse.
Amsterdam heeft een rijke scheepvaarthistorie. Als je door de tunnel loopt zie je het scheepstafereel vervagen en de tegels diep donkerblauw kleuren, de kleur die we associëren met water. Je voelt de frisse bries van het IJ (een Oudhollands woord voor water), waar nog steeds schepen langs varen, en aan de overkant van het IJ zie je Amsterdam-Noord al liggen. Een stadsdeel dat nog steeds sterk in ontwikkeling is. Toch is de landtong aan de overkant van het IJ niet terug te zien op oude kaarten van Amsterdam. Op deze kaarten lijkt het IJ net een zee, terwijl Amsterdam-Noord vanaf de veertiende eeuw tot Amsterdam behoorde.
De reden dat Amsterdam-Noord niet op de kaarten werd getekend is dat er vrij letterlijk ‘een lijk in de kast’ hing. Tot 1795 was dit gedeelte van de stad namelijk het galgenveld waar de lijken van ter dood veroordeelden hingen te rotten. Op deze manier bleven de stank en de daarmee gepaard gaande ziekten ver weg van de stad. Wel waren de lijken goed zichtbaar voor zowel burgers als bezoekers van buiten de stad. Met zo’n zes tot tien lijken per jaar diende het galgenveld als waarschuwing, zodat men zich aan de wetten van de stad zou houden.
In de negentiende eeuw transformeerde het land aan de overkant van het IJ. Amsterdam-Noord werd de ‘bloemkool’ of ‘ooievaar’ genoemd. Kinderen leerden versjes waarin de ‘Kinderboom’ op de Volewijck (Vogelwijk) bezongen werd als de herkomst van pasgeborenen. Aan de overkant van het IJ waren vooral veehouderijen, en in dorpjes als Nieuwendam, Durgerdam, en Buiksloot waren aan het eind van de negentiende eeuw werven te vinden waar vooral vissersschepen werden gemaakt.
Het is deze geschiedenis van Amsterdam-Noord die steeds meer op de achtergrond raakt, net als het scheepstafereel dat langzaam verdwijnt als je erlangs loopt, terwijl de ‘skyline’ van Amsterdam-Noord in rap tempo transformeert. Maar er zijn nog meer verborgen en vergeten verhalen over het stadsdeel te vertellen aan de hand van de kunstwerken die we tijdens deze route zullen zien.